maandag 23 december 2024

067 - Waarom Jesaja 7:14 ook een profetie over de Messias is en niet alleen maar over de zoon van Jesaja.

Mattheüs zegt in 1:22 dat de maagdelijke geboorte van Jezus uit Maria de vervulling is van Jesaja 7:14. Maar als je de context van Jesaja 7 leest, dan moet je concluderen dat het over een zoon Immanuël gaat die Jesaja zal krijgen, want vers 16 zegt dat voordat de jongen in staat is het goede te kiezen en kwade te verwerpen, het land Samaria en Syrië of Aram verlaten zal zijn. Dat is op zijn 12e jaar, wanneer Joodse jongens Bar Mitswa doen en zij vanaf dat moment geacht worden zelf verantwoordelijk te zijn voor hun daden.

Deze profetie kwam toen koning Achaz van Juda werd aangevallen door een alliantie van koning Pekah van het noordelijke Israël en koning Rezin van Syrië, die duizenden Judeeërs doodden, nog eens duizenden gevangen namen, maar niet in staat waren de stad Jeruzalem zelf te doen vallen.
Jesaja zegt tegen Achaz dat hij niet bang hoeft te zijn en om een teken mag vragen. Dat weigert hij en daarop zegt Jesaja dat God ZELF een teken zal geven: Jesaja zal een zoon krijgen en binnen 12 jaar is het afgelopen met zowel Israël/Samaria als Syrië/Damascus.

En dus klagen zowel orthodoxe Joden als atheïsten dat Mattheüs een profetie uit zijn verband trekt om het maar op Jezus te kunnen laten slaan. Daarbij komt ook nog eens dat het Hebreeuwse woord voor maagd helemaal niet gebruikt wordt in Jesaja. Het woord almah daar betekent gewoon meisje. Mattheüs maakt er dus een potje van volgens hen.

De diepere oorzaak van dit probleem zit hem in de perceptie die Westerse mensen hebben van wat een (bijbelse) profetie is. Wat wij graag zouden willen zien, is - wat ik maar noem - een mathematische voorspelling, die je al dan niet af kan vinken als hij vervuld is. Maar dat is eigenlijk nooit hoe profetieën in de bijbel werken. Hosea geeft de sleutel tot het begrijpen van profetieën:

Hosea 12:11b Ik zal door de dienst van de profeten in gelijkenissen spreken.

Profetieën zijn gelijkenissen, vergelijkingen, parabels, precies zoals Jezus die ook vertelde. Wij denken altijd dat Jezus iets unieks deed met zijn gelijkenissen, maar Hij zette feitelijk de traditie van de profeten door.
En wat er daarom heel erg vaak gebeurd bij de profeten van het Eerste Testament, is dat zij lokale omstandigheden gebruiken om er een grotere, toekomstige of zelfs Messiaanse boodschap mee te illustreren. Zoals abc hier en nu is, zo is xyz straks. Het abc van nu is te vergelijken met het xyz van straks.

Om de profetie van Jesaja 7 op waarde te schatten, moet je DOORLEZEN. Het verhaal is namelijk nog niet afgelopen. Op het eind van 8:8 en 10 wordt de naam Immanuël en haar betekenis ‘God met ons’ nog twee keer gebruikt. Jesaja had al een zoon Sjear-Jasjub (7:3, ‘een rest zal terugkeren’). Hij krijgt er één Immanuël (7:14, ‘God met ons’) en hij krijgt er nog één Maher Sjalal Chasj Baz (8:1, ‘snelle roof, vlugge buit’).
In 8:18 lijkt Jesaja te zeggen dat ZIJN kinderen tekenen en wonderen van God zijn. Maar Hebreeën 2:13 ziet dit alsof de Messias het zegt. En als vergelijkende parabel kan dat dus prima: Jesaja zegt het, God zegt het door Jesaja, God zegt het, God zegt het op vergelijkende wijze over de Messias, de Messias zegt het.
En dus kan Jesaja het in vers 8:23-9:1 zomaar ineens hebben over het land van Zebulon en Naftali dat weliswaar NU in grote duisternis wandelt, maar LATER (in Messiaanse tijd) toch een groot licht zal zien. Mattheüs zegt daar even later in 4:15,16 van dat dit ook op Jezus als Messias slaat.

En dan in 9:5 komt eindelijk de aap uit de mouw: “Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven en de heerschappij rust op Zijn schouder” enzovoorts. We hebben het hier uiteraard absoluut niet over Jesaja’s zoon Immanuël. Van die zoon horen we helemaal niets meer zelfs. We hebben het over de Zoon van God, de zoon van David die het eeuwige Koningschap op Zich neemt, de Messias. Je moet dus DOORLEZEN om bij de clou te komen.

Nou moeten we ook nog wel even de kanttekening maken dat het woord almah slechts 6 keer meer voorkomt in de bijbel1 en daar altijd gebruikt wordt in de betekenis van een ongehuwd, jong-volwassen meisje. In die tijd was het normaal dat een jong, ongetrouwd meisje nog maagd was. Daarom vertaalt de Septuagint het almah dan ook als ‘maagd’ naar het Grieks. Het is ieder geval behoorlijk ongepast om almah te gebruiken voor de vrouw van Jesaja die al een zoon had gekregen.

En dus is de vergelijkende profetie van Jesaja 7:14 is volgt: ZOALS Jesaja een zoon Immanuël zal krijgen en binnen twaalf jaar Israël/Samaria en Syrië verlaten zullen zijn, WEET DAN dat er eens een ongetrouwd, jongvolwassen meisje zal komen die als wonderteken zwanger zal worden om God Met Ons geboren te doen worden. Immanuël!

 

Ik wens jullie allemaal gezegende Kerstdagen


1  Genesis 24:43 (Rebekka), Exodus 2:8 (zus van Mozes), Psalm 68:19, Spreuken 30:19, Hooglied 1:3, 6:8.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Aanbevolen post

066 - Doe jij al mee met de BTC-revolutie? Bitcoin voor dummies.

Dankzij buitensporige overheidsuitgaven en het maar blijven bijdrukken van dollars en euro’s hebben we te maken met hoge inflatie. Je krijgt...

Populaire posts